DE DWAAS, DE WIJZE
EN DE KRUIK
Een dwaas kan de naam zijn die aan een mens
wordt gegeven die voortdurend verkeerd uitlegt wat hem overkomt, wat hij doet
of wat door anderen wordt gedaan. Hij doet dit zo volkomen aannemelijk - voor
zichzelf en de zijnen - dat grote gebieden van het leven en denken logisch en
waar lijken te zijn.
Op een dag werd zo'n dwaas met een kruik naar een
wijs man gestuurd om wat wijn te halen. Onderweg liet de dwaas, door zijn
onoplettendheid, de kruik tegen een rots vallen. Toen hij bij het huis van de
wijze kwam, gaf hij hem het oor van de kruik en zei: “Dinges stuurt u deze
kruik, maar een afschuwelijke steen heeft 'm van mij gestolen”.
Geamuseerd en verlangend naar de de samenhang van zijn
verhaal, vroeg de wijze: “Als de kruik is gestolen, hoe kunt u
me dan het oor geven?”
“Ik ben niet zo
gek als de mensen wel denken”, zei de dwaas hem, “daarom heb ik het oor
meegebracht om mijn verhaal te bewijzen”.
Toelichting
Een
terugkerend thema bij derwisj-leraren - Soefi-geestelijken - is dat de mensheid
in het algemeen de verborgen loop van de gebeurtenissen niet weet te onderkennen.
Als dat wel zo was, zou de mens in staat zijn het leven ten volle te leven. Degenen
die de verborgen loop van de geschiedenis wel kunnen zien, worden wijzen
genoemd, terwijl van anderen wordt gezegd dat ze ʻin slaap zijnʼ of ʻdwaas zijnʼ.
Het verhaal De dwaas, de wijze en de
kruik is vanuit het Perzisch in het Engels vertaald door kolonel Henry Wilberforce Clarke
(Diwan-í-Hafiz) en is hiervan een typisch voorbeeld.
Derwisj-verhalen zijn opbouwend. Door de strekking
van de verhalen in je op te nemen, is het mogelijk een bepaalde gevoeligheid te
ontwikkelen en de verborgen loop te gewaarworden. Deze toelichting is afkomstig
van een derwisj-verhalenbundel die wordt toegeschreven aan Pir-i-Do-Sara - ʻDe
drager van de lappenmantel’. Hij stierf in 1790 en ligt begraven bij
Mazar-i-Sharif in Afghanistan.
————
De
dwaas, de wijze en de kruik is ontleend aan de bundel Derwisjen vertellen van Idries Shah, een
bloemlezing van klassieke Soefi-verhalen uit de zevende tot twintigste eeuw. Uitgave
van Ankh-Hermes, Deventer, 1976. Oorspronkelijke titel Tales of the Dervishes, Jonathan Cape, Londen (1967; herdruk 2016).